Afzondering, tegenwoordig dwang en drang of separeerverpleging, is niet van gisteren. Al in de oude psychiatrie werd afzondering, of, zoals het toen heette “een eigen kamertje” regelmatig toegepast.
Wanneer een patiënt zich hinderlijk voor de omgeving gedraagt, mag men, uitgaande van de regel, dat een patiënt niet gerechtigd is anderen te hinderen, hem niet de gelegenheid geven zich te blijven misdragen. Wanneer kalme overreding niet baat, zal men hem uit zijn omgeving moeten verwijderen, en dus afzondering.
In vele gevallen is een afzondering van enige minuten reeds voldoende. Stilte en eenzaamheid en de wetenschap door onrustig gedrag alleen maar zichzelf te hinderen, werken in hoge mate kalmerend. In het hoofdstuk over de werkverschaffing wordt het nut van de korte isolering nader uiteengezet.

Langdurige afzondering kan geschieden op twee wijzen. De eerste onderscheidt zich niets van de methode, die in alle ziekenhuizen word toegepast en separeren genoemd word. Evenals men in een ziekenhuis voor lichamelijk zieken naast de grote ziekenzalen over enkele kleine kamertjes beschikt, waarin men patiënten verpleegt die bijzondere rust moeten genieten, b.v. ernstige zieken of patiënten die juist tevoren een zware operatie doorstaan hebben, zo zal men ook in de psychiatrische klinieken of krankzinnigengestichten een aantal patiënten in afzonderlijke kamertjes willen verplegen.
De beweegredenen hiertoe kunnen zeer uiteenlopen. Sommige patiënten zullen hun medepatiënten teveel prikkelen, andere slapen op een grote zaal minder goed, andere weer stellen prijs op een eigen kamertje, waar zij versieringen naar eigen smaak kunnen neerzetten of ophangen, zodat men een eigen kamer als beloning van goed gedrag kan geven.
Tenslotte kunnen zwaar zieke patiënten een eigen kamertje behoeven hetzij in hun eigen belang, hetzij in het belang van hun omgeving. Wij denken hier aan patiënten, die ten gevolge van hun ziekte een ondraaglijke stank verspreiden, of aan patiënten met een infectieziekte.
Vooral patiënten, welke aan een zware longtuberculose lijden en hun met tuberkelbacillen bezwangerd sputum links en rechts om zich heen spuwen, mogen niet in staat gesteld worden, hun medepatienten te infecteren.
Deze patiënten met tuberculose zijn een ware ramp voor hun omgeving; zij spotten met alles, wat naar doelmatige behandeling zweemt en zijn een doorlopende infectiebron voor patiënten en personeel. Hoe sneller deze patiënten als zodanig herkend en uit hun omgeving verwijdert zijn, des te beter.
De voorzorgsmaatregelen, welke het verplegend personeel hier in acht heeft te nemen, zullen hier niet besproken worden, het is de taak van den geneesheer, u zo nodig, bepaalde opdrachten te geven.
Wanneer er geen bepaalde redenen zijn, om de kamertjes gesloten te houden, b.v. bij patiënten met infectieziekten of bij volslagen demente patiënten, die slechts tekenen van leven geven door te schreeuwen en te brullen, zal men de deuren der kamertjes open laten staan, teneinde te voorkomen, dat de patiënten al te zeer vereenzelvigen.
Niet te verwarren met bovengenoemde vorm van verpleging is de methode die bekend staat als het langdurig isoleren, eerlijker “celverpleging” genaamd. Deze methode van verpleging was voorheen algemener dan tegenwoordig het geval is. Het is kort gezegd, de methode, hinderlijke patiënten achter slot en grendel te bergen, waarbij dikke deuren en dik glas en aan de grond vastgemaakte bedden de patiënten verhinderen het interieur van hun verblijf of zichzelf te beschadigen.
Opvoedende kracht gaat van deze langdurige isoleringen niet uit, integendeel, de patiënten stompen erdoor af, verliezen hun menselijke gevoelens, gaan over tot scheuren, spuwen, knoeien met urine en ontlasting en neigen spoedig tot kwaadaardig optreden. Daarom zal men deze methode van verplegen tot het minimum trachten te beperken.
Natuurlijk moeten wij ten opzichte van de kortdurende isolering een geheel ander standpunt innemen. Van deze methode gaat zeer zeker een opvoedende werking uit.
Bron
- Leerboek voor verplegenden van zenuwzieken en krankzinnigen, Timmer, 1947, 1947 Dwang en drang
Geef een reactie