Basis attitude Verpleegkundige en Hulpverleners

De basis attitude verpleegkundige en hulpverleners noemen we ook wel de 5 B’s . De basisattitude van een begeleider betreft primair een gelijkwaardige relatie tussen de zorgvragen en de zorgverlener. Verantwoorde zorg gaat ervan uit dat de cliënten op de juiste manier worden begeleidt.

Het is niet afhankelijk alleen van professionele methodiek, maar ook van de omgang tussen begeleider en cliënt.

Dit is een paper van een leerling en meer bedoeld als discussiestuk over de basis attitude verpleegkundige en Hulpverleners . Het is nadrukkelijk geen officiële richtlijn of verpleegkundige standaard.

Bij de start van de begeleiding dient er veel geïnvesteerd te worden in het winnen van vertrouwen en het opbouwen van een goede (werk)relatie. Hierbij wordt uitgegaan van gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Hier is in de praktijk vaak geen sprake van.

De begeleiders denken vaak te weten wat het beste is voor de cliënt. In een gelijkwaardige relatie gaat het om wederzijds respect waarin je open ervaringen met elkaar deelt en niet invult voor de ander. Het wil niet zeggen dat jij je als begeleider nu als “vriend” moet op gaan stelen, maar wel dat de begeleider zich binnen de grenzen persoonlijk naar de cliënten op kan stellen.  

Vanuit de basiswaarde gelijkwaardigheid is er ook een basis attitude verpleegkundige en hulpverleners en begeleiders nodig om het herstelproces van de cliënten te ondersteunen. Dit zijn de 5 B’s.

  1. Betrouwbaar
  2. Betrokken
  3. Bekwaam
  4. Bewust
  5. Betekenis gevend

1. Betrouwbaar: Een basisfundament voor de begeleiding

Bij herstel ondersteunende begeleiding dien je als begeleider betrouwbaar te zijn. Als begeleider ben je dan iemand waar de cliënt op kan vertrouwen. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet is hierbij een belangrijk aspect. 

Laat merken dat je betrouwbaar bent en vertrouwen hebt in de mogelijkheden van je cliënt. Ook als het minder goed gaat is het belangrijk dat je iemand onvoorwaardelijk steunt en trouw blijft. Maar wees als begeleider ook trouw aan jezelf. Wees bewust van je eigen grenzen en geef deze aan. Durf eerlijk en kritisch te zijn.

2. Betrokken: Minder hard – Meer hart

Hiermee wordt vooral mee bedoelt dat de begeleider oprecht geïnteresseerd is in het verhaal van de cliënt. Dat je je als begeleider openstelt, luistert en vragen stelt waar nodig. Het gaat er om dat je de ander leert kennen en dit vraagt een investering in tijd.

Je kunt bijvoorbeeld met iemand een stuk gaan lopen, wandelen, of meegaan naar de markt of een andere pek die veel betekenis heeft of heeft gehad voor de cliënt. Op dit soort momenten leer je iemand beter kennen en kom je meer te weten dan met een “standaard” bezoekje. 

Het gaat er vaak om dat je als begeleider leert je professionele referentiekader bescheiden te gebruiken en je meer gelijkwaardig op te stellen. In elk contact spelen er echter allerlei onderliggende gevoelens en gedachten mee waardoor begeleider en cliënt bewust of onbewust op elkaar reageren.

Basis attitude Verpleegkundige
Basis attitude Verpleegkundige

Dit kun je onmogelijk “uitschakelen”.

Binnen begeleiding gaat het om de verbintenis tussen cliënt en begeleider. Je mag dan als begeleider best wel wat over jezelf vertellen (als het er toe doet … ) Wanneer je oprecht en van binnenuit een eigen herstelervaring vertelt, kan dit zorgen voor een gevoel van gelijkwaardigheid en herkenning. 

Wat je vertelt moet dus wel functioneel zijn. Wees eerlijk in je bedoelingen als begeleider. Realiseer je dat je niet altijd aardig gevonden hoeft te worden, maar sta wel klaar om de cliënt overeind te helpen als dit nodig is.

3. Bekwaam: Kennis en Kunde

In een goede relatie kan je als begeleider zowel professioneel (bekwaam) als persoonlijk (betrokken) zijn. Maar je moet hierin wel het juiste evenwicht zien te vinden. Bekwaamheid heeft betrekking op de kennis en kunde die iemand heeft.

Op die manier kun je de cliënt wijzen op de mogelijkheden die er zijn om herstel te bevorderen. Professionele vaardigheden zijn gericht op het in samenwerking uitvoeren van taken om de gestelde doelen te bereiken. Het begeleidingsplan is een belangrijk instrument om vorm te geven.

Behalve de begeleidingsdoelen kun je ook regelmatig het contact dat je hebt met de cliënt evalueren. Een andere manier om op professionele wijze herstel te bevorderen is om de cliënt uit te nodigen bij een diverse overlegvormen, bijvoorbeeld wanneer zijn begeleidingsplan besproken wordt.

De bekwaamheid van de begeleider bestaat, naast de aan te leren vaardigheden, ook uit het beschikken over “voelsprieten” (fingerspitzengefühl) om een situatie goed in te kunnen schatten.

4. Bewust begeleiden: Oefening en Praktijkervaring voor nodig

Herstel vergt een manier van begeleiden die mede bereikt kan worden doordat begeleiders naar zichzelf leert te kijken. Het houdt ook in dat een begeleider zich bewust is van zijn eigen handelen en zijn handelen kan legitimeren (wat, hoe en waarom doe je iets … )

Dit vraagt van de begeleider dat hij zich bijvoorbeeld kwetsbaar kan opstellen. Je moet dan ook kunnen reflecteren op je eigen functioneren en handelen. Het is belangrijk om alert te zijn op eigen vooroordelen en deze bespreekbaar te maken. 

De begeleider is tevens verantwoordelijk voor het aangeven van zjn eigen morele grenzen. In sommige situaties dien je als begeleider tijdelijk de regie over te nemen en in te grijpen. Maar wel altijd benoemen wat je gaat doen en waarom en wat er allemaal gaat gebeuren.

5. Betekenis gevend begeleiden

Uitgangspunt is dat de cliënt de regie heeft. Hij kiest de koers in zijn reis naar herstel en is uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitkomst van zijn eigen herstelproces. Als begeleider sluit je je bij het tempo van de cliënt.

De begeleider ondersteunt de cliënt bij het verkennen van zijn zoektocht naar een zinvolle invulling van zijn leven, helpt hem opnieuw te durven dromen, denken en doen. Daarbij kan een begeleider advies geven en kan hij zijn ervaringen vertellen die hij heeft opgedaan in eerdere soortgelijke reizen of tijdens zijn eigen reis.

De begeleider stimuleert het vertellen van het levensverhaal van de client en sluit hierbij aan. In een levensverhaal ligt vaak een overvloed van momenten van kracht, hoop en passie. Maar er wordt ook vooruit gekeken. Het levensverhaal van de cliënt bied een opening naar de wensen en doelen die daarin verscholen liggen.

Tot zover de 5b’s uit de basisattitude verpleegkundige en herstelgerichte begeleiding.

Gebruik dit stuk als basis voor je eigen houding en maak er een mooi verhaal van voor jezelf en voor anderen. En blijf er kritisch naar kijken en je handelen in je dagelijkse werk voor jezelf ter discussie stellen.

index

iGer.nl
Deze site gebruik geen cookies, trackers of andere spyware. Daarom hoeft u ook nergens mee akkoord te gaan of iets te weigeren. Wij staan voor een puur en schoon internet waarbij u veilig en onbekommerd kunt surfen op het World Wide Web. Ook deelnemen? Zie een Vrij Internet. Wij wensen u veel leesplezier: iGer & NetPerk.

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *