Zij is zestien jaar maar lijkt amper twaalf. Haar gelaat is bleek en uitgemergeld. Zij geeft een slappe handdruk; de paarsblauwe vingers voelen koud aan. De ogen hebben een trieste glans als zij even opkijkt bij een vraag.
Zij zegt niet veel, moeder zal het wel uitleggen, die stond er op dat zij kwam. Vader zit er stil en terneergeslagen bij.
Hij knikt telkens als zijn vrouw, in haar betoog, bevestiging vraagt van haar verhaal. Moeder is er van overtuigd dat het allemaal op school is begonnen, toen men haar ‘mollige Mieke’ begon te noemen. Ze was toen wat zwaarder gebouwd dan haar klasgenootjes, maar echt dik kon je haar niet noemen. Haar borstontwikkeling poogde zij te verbergen, en toen zij haar eerste menstruatie kreeg, was zij erg ziek. Zij wilde vermageren en begon minder te eten, vooral minder aardappelen en brood. De diëten in damesbladen hield zij zorgvuldig bij.
Nu wil zij niet meer aan tafel komen. Zij eet alleen nog rauwe groenten en yoghurt. Moeder vraagt zich bezorgd af hoe ze dit allemaal volhoudt. Haar dochter maakt dagelijks een flinke wandeling en studeert zelfs tot middernacht. Haar schoolresultaten zijn ronduit schitterend, maar daar is zij zelf nooit tevreden mee. Soms wil zij wel wat eten om moeder een plezier te doen, maar voelt zich dan als een opgezwollen kikker en gaat stiekem braken.
Van die lastige menstruatie is zij nu verlost, maar zij heeft moeite met de stoelgang en neemt elke morgen laxeermiddelen. In haar schooltas zitten altijd fruit en koekjes, maar dit raakt zij niet aan. Volgens moeder was ze een lief meisje, gehoorzaam en gedienstig, maar is zij nu koppig en eigenwijs. Hoe is het mogelijk dat ze zichzelf nog mooi vind ook, vraagt ze zich vertwijfeld af. Naar de huisarts wil ze niet meer luisteren, en slechts onder dreigementen is zij meegekomen.
Het meisje vraagt bits waarom ze al die vragen moet beantwoorden, ze is immers “niet ziek of gek”.
Geef een reactie