Dopaminerge neurotransmissie vervult een belangrijke rol in de toekenning van belang of importantie. Dit gaat samen met een gevoel of besef dat een ervaring of gedachte belangrijk is. Verstoring van de dopaminehuishouding in de hersenen speelt een belangrijke rol tijdens een psychose.
Dopamine is betrokken bij de informatieoverdracht tussen de zenuwcellen. Hij komt vrij in de ruimte tussen de uitlopers van zenuwcellen en stimuleert dan het ontvangststation voor dopamine (de dopaminereceptor) in een volgende zenuwcel.
Hierdoor treden er veranderingen op in de zenuwcel. Zo vind informatieoverdracht plaats in neurale netwerken. Dopaminerge neurotransmissie speelt een centrale rol bij beloning en bekrachtiging. Dopamine is echter niet alleen betrokken bij prettige ervaringen, maar ook bij onprettige.
Dopaminerge neurotransmissie vervult een belangrijke rol in de toekenning van belang of importantie. Dit gaat samen met een gevoel of besef dat een ervaring of gedachte belangrijk is.
Je kunt de dopaminerge neurotransmissie vergelijken met een markeerstift waarmee je bepaalde passages in een tekst kunt laten opvallen. Hierdoor komen gebeurtenissen en gedachten in het brandpunt van de aandacht te staan. Dopamine is zo betrokken bij het ervaren van plezier, het voorspellen van beloning en bij capaciteit om te leren wat je moet nastreven en vermijden.
Gedurende een psychotische episode bevindt er zich een grotere hoeveelheid dopamine in de ruimte tussen de zenuwcellen, de synaps. Bovendien zijn de dopaminereceptoren van patiënten met schizofrenie waarschijnlijk gevoeliger voor de effecten van de dopamine. Ook blijken stoffen die de werking van dopamine versterken psychotische verschijnselen te kunnen veroorzaken.
Verstoring van de dopaminerge neurotransmissie gaat waarschijnlijk samen met verstoringen van andere systemen die ook bij het ontstaan van een psychose betrokken kunnen zijn. De volgende theorie wordt in deze bron beschreven: Tijdens een psychose is de dopaminetransmissie verstoord waardoor dopamine inadequaat vrijkomt.
Deze verstoring van de dopaminetransmissie overweldigt het normale proces van betekenisgeving. Het teveel aan dopamine leidt tot abnormale toekenning van belang aan willekeurige gebeurtenissen en interne representaties, die daardoor een bijzondere betekenis krijgen. Een grijze auto is bijvoorbeeld nog wel steeds grijs, maar alle grijze auto’s horen nu bij agenten van de inlichtingendienst.

Ook in de aanloop naar een psychose komt dopamine waarschijnlijk al in een verhoogde mate vrij. Dit creëert voor de patiënt een ongebruikelijke toestand, waarin ervaringen en gedachten meer indruk maken.
Mensen vertellen over deze pre-psychotische fase: ‘ik werd me in sterkere mate bewust van wat om me heen gebeurde’. ‘Het was alsof mijn zintuigen gevoeliger werden’. ‘Ik was gefascineerd door kleinigheden in mijn omgeving en wat ik zag en hoorde had een helderheid die ik nooit eerder had ervaren’.
Veel patiënten krijgen het idee dat er iets is veranderd in de wereld om hen heen, waardoor ze zich angstig en overweldigend voelen. Gedurende deze prodromale fase, die dagen tot jaren kan duren, doen patiënten indrukken op met abnormale importantie, waarvoor zij geen verklaring hebben.
Wanen kunnen worden beschouwd als cognitieve constructies om betekenis te geven aan de ervaringen met afwijkende importantie. Hallucinaties ontstaan door een vergelijkbaar maar directer proces: afwijkende en verhoogde toekenning van importantie aan interne representaties zoals herinneringen en interne spraak.
Bronnen
- Zorg rondom schizofrenie, Dr. B. van Meijel en Dr. T. Kuipers, Bohn, Stafleu van Loghum, Houten, 2006
Geef een reactie